Toegepaste bouwfysica en installaties

Dit zesde deel uit de reeks over de ?Gebouwentechniek? gaat verder met de bespreking van de installaties, nodig om een gebouw bruikbaar en leefbaar te maken. In dit boek komen verwarming en ventilatie aan bod. Beide zijn zo innig met de bouwfysische aspecten verweven, dat de term ?toegepaste bouwfysica? expliciet in de titel is opgenomen. Wat betreft dat aspect gaat de aandacht eerst en vooral naar het energieverbruik. Vooraf wordt kort gefocust op het waarom van verwarmen en ventileren, te weten het menselijk verlangen naar thermisch com-fort en de nood aan een goede binnenluchtkwaliteit. Ook gaat de tekst in op de luchtbalans in gebouwen en tussen gebouwen en omgeving. Voor een goed begrip van alle elementen die in het boek behandeld worden is een voldoende kennis van de hydraulica, meer specifiek de stroming in leidingen en luchtkanalen, onontbeerlijk.

OVER DE AUTEUR

Prof. Dr. Ir. Hugo Hens was tot 2008 gewoon hoogleraar aan de KULeuven. Van 1968 tot 1972 werkte hij als constructeur (stabiliteit) en werfopzichter voor een middelgroot architec-tenbureau. Van 1970 tot 1990 doceerde hij constructie van gebouwen (gevels en daken) in de opleiding burgerlijk ingenieur architect. Van 1975 tot 1992 gaf hij het vak bouwfysica 2 (bouwakoestiek) en van 1975 tot 2003 het vak bouwfysica 1 (warmte- en massatransport) in de opleidingen burgerlijk ingenieur architect en burgerlijk bouwkundig ingenieur. Van 1990 tot 2005 kwam daar voor de burgerlijk bouwkundig ingenieurs, optie gebouwentechniek, de prestatieanalyse bij. Tussen 1975 en 1977 en terug vanaf 1990 tot 2008 doceerde hij ook ?In-stallaties in gebouwen? aan de burgerlijk bouwkundig ingenieurs, optie gebouwentechniek en burgerlijk ingenieur architecten. Tot 2008 was hij hoofd van het Laboratorium Bouwfysica binnen het Departement Burgerlijke Bouwkunde. Van zijn hand verschenen ettelijke papers in (inter)nationale tijdschriften en proceedings over onderwerpen in verband met het warmte- en massatransport in gebouwen, het prestatiegericht onderzoek op bouwdelen en het energiege-bruik en binnenmilieu in gebouwen. Ook gaf hij honderden adviezen naar aanleiding van bouwfysische of installatiegebonden vragen bij nieuwbouw, renovatie en schadegevallen.